Slimme oplossingen voor gasloze flat voor QuaWonen

Geen categorie

Krimpen aan den IJssel

00:00

20-06-2019

Het verduurzamen van het woningbezit is een belangrijk speerpunt voor corporaties. QuaWonen streeft naar een woningvoorraad met gemiddeld energielabel B in 2020 en naar een CO2-neutrale woningvoorraad in 2050. De Meerkoetflat is de tweede flat die de woningcorporatie gasloos ontwikkelt. Cees Bol, projectleider bij QuaWonen, heeft samen met adviseurs Ewoning en Dantuma & Wegkamp en bouwer Van Wijnen gezocht naar slimme oplossingen om de 40 woningen zo energiezuinig en toekomstbestendig mogelijk te maken én betaalbaar te houden. We gingen met hem en onze projectleider Johan Immerzeel in gesprek over dit project in Krimpen aan den IJssel.

Eerst isoleren, dan installeren

“In 2017 zijn we begonnen met de ontwikkeling van de Meerkoetflat”, vertelt Cees. “We wilden een gasloos gebouw, daar zijn we ons toen meer in gaan verdiepen. Destijds was het nog best een zoektocht. Hoe maak je een gasloze flat en wat zijn de kosten daarvan? Wat betekent het voor de huurder in zijn portemonnee en het wooncomfort? Er zijn veel verschillende mogelijkheden, maar wat is de beste? Uiteindelijk hebben we gekozen voor een ‘andere’  afslag dan eigenlijk door velen werd geadviseerd: qua isolatie en kierdichting gingen we het doen volgens de principes van een passiefhuis.” In de praktijk betekent het dat het gebouw zo goed geïsoleerd wordt dat er minimaal warmteverlies is. Het isoleren van het gebouw is het uitgangspunt geweest, daarna is er gekeken naar ‘simpele’ en onderhoudsarme  installaties. Iedere woning is voorzien van elektrische radiatoren, een thermodynamische warmtepompboiler, een WTW-installatie en PV-panelen.

Johan Immerzeel en Cees Bol op locatie Meerkoetflat
Johan Immerzeel (Van Wijnen) en Cees Bol (QuaWonen) op locatie Meerkoetflat.

Hoge waardes

De Meerkoetflat wordt volledig elektrisch en zeer energiezuinig. Aan de thermische schil van het gebouw zitten hoge waardes. “De gevel heeft een Rc-waarde van 7,0 en het dak een Rc-waarde van 8,0, er is triple glas toegepast met een U-waarde van 0,6 W/m²K en de woningen hebben een luchtdichtheid van 0,15. Dat klinkt heel technisch allemaal, maar wat het betekent is dat de woning ontzettend goed geïsoleerd zijn en dat de elektrische radiatoren in de woningen maar minimaal aan zullen staan”, vertelt Johan. Omdat de Meerkoetflat zo goed wordt geïsoleerd is er nog maar een ‘simpele’ installatie nodig voor het eventueel verder verwarmen van de woning. Cees lacht: “Aan een föhn heb je al genoeg om de woonkamer en keuken te verwarmen.”

7,0

Rc-waarde gevel

8,0

Rc-waarde dak

0,6 W/m²k

U-waarde triple glas

0,15

Luchtdichtheid

Impressie meerkoetflat

Thermodynamische warmtepompboiler

“Voor de installaties ben ik gestuit op Ewoning, een partij die met dezelfde zoektocht bezig was als wij”, vertelt Cees. “Zij hadden een nieuw product: de thermodynamische warmtepompboiler.” Johan legt uit: “Op het dak van de Meerkoetflat komen zonnepanelen te liggen, gekoppeld aan de woningen. Daaronder komt voor iedere woning nog een thermodynamisch paneel te liggen. Dit paneel absorbeert warmte, middels een milieuvriendelijke vloeistof met een laag kookpunt. De opgewekte warmte wordt afgegeven aan een warmtewisselaar, die er voor zorgt dat er altijd 260 liter warm water aanwezig is in de woning. Tot aan -20 graden blijft het paneel warmte genereren.”

Bewonerservaringen

We zijn ondertussen gestart met de bouw van de Meerkoetflat aan de Meerkoetstraat in Krimpen aan den IJssel. De oplevering staat in het derde kwartaal van 2020 gepland. Momenteel zijn we ook bezig met de realisatie van nog een woongebouw voor QuaWonen aan de Adam van Vianenstraat in Schoonhoven Noord. Ook deze woningen worden gasloos, daarbij is er wel gekozen voor andere maatregelen. “Bewoners van beide woongebouwen willen we straks vragen naar hun ervaringen. Hoe bevalt de woning en hoeveel elektra verbruiken ze?,” vertelt Cees tot slot. “We horen graag de mening van de bewoners. Het is waardevolle informatie, die we weer mee kunnen nemen bij de ontwikkeling van toekomstige projecten.”