De grote CO2-afdruk van beton drukt zwaar op het milieu. Toch blijft het bouwmateriaal onverminderd populair. Bij van Wijnen gaan we graag zuinig om met de aarde en haar grondstoffen. Waar mogelijk hergebruiken we materialen. Hoe beton hierin past licht manager Circulariteit Marije Kamphuijs vandaag toe in het Financieele Dagblad.
‘Vanwege industrieel bouwen, de maakbaarheid en het kostenaspect kiezen wij binnen onze eigen woonproducten voor beton, maar wij leggen ons zeker niet neer bij de milieu-impact van het materiaal’, zegt Marije Kamphuijs, manager circulariteit bij Van Wijnen. Eind dit jaar opent in Heerenveen een fabriek waar jaarlijks vierduizend woningen ‘van de lopende band rollen’, opgebouwd uit losse elementen. Uitgangspunt is dat ze later eenvoudig en gaaf uit elkaar kunnen worden gehaald en hergebruikt. Dit zorgt voor minder CO2. Kamphuijs: ‘Je verlengt de levensduur, waardoor je dezelfde materialen kan gebruiken in plaats van nieuwe grondstoffen.’ Er is voor zowel beton als hout een lobby aan de gang. Volgens Kamphuijs moeten we de energie niet steken in het elkaar bevechten. We zullen elkaar hard nodig hebben om de klimaatdoelstellingen te bereiken. En het woningtekort te lijf te gaan.
Meestal gaat een betonnen gebouw aan het einde van zijn levensduur tegen de vlakte. De betonnen dragers, kolommen en vloeren worden met grof geweld uit elkaar gehaald, verknipt, verpulverd en verwerkt tot bijvoorbeeld verharding onder een weg. Dat heet recycling, maar wat betreft duurzaamheid heeft het eigenlijk weinig waarde. Want een nieuw gelijkwaardig gebouw zal toch weer worden opgetrokken uit nieuwe grondstoffen.
Zogeheten remontabel bouwen, zoals Van Wijnen dat doet, lost dat probleem niet snel genoeg op. De eerste deadlines voor het klimaatakkoord liggen op 2030: dan moet de CO2-uitstoot in Nederland vrijwel zijn gehalveerd. In de betonsector wordt richting dat jaartal gewerkt naar 30% minder CO2-uitstoot dan in 1990, de ambitie is een reductie van 49%.
‘Daarom willen we ook de milieubelasting terugdringen aan de voorkant’, zegt Kamphuijs, ‘bij de materialen die we nu gebruiken. Met het betonmengsel dat we in de nieuwe fabriek produceren zitten we op 49% minder CO2 vergeleken met de mengsels die nu te koop zijn. We hebben het nog een beetje stilgehouden, maar daar zijn we trots op.’
De afgelopen paar jaar heeft Van Wijnen onder andere uitgezocht hoe het beton zo gemengd en gestort kan worden dat er minder cement nodig is. Zonder dat dit ten koste gaat van de constructieve sterkte van het beton.
Het hele artikel lees je hier: