Leren
Amsterdam
14:04
25-02-2022
Dit interview is gepubliceerd in de bijlage Circulaire Economie van dagblad Trouw, 25 februari 2022.
Van Wijnen bouwt samen met klanten en partners, zoals woningcorporaties, ontwikkelaars en gemeenten, aan betaalbare woningen voor iedereen. Dat gebeurt op een toekomstbestendige manier, onder meer met het renoveren en transformeren van bestaande gebouwen. Transformatie is het ultieme voorbeeld van circulariteit. Het bestaande gebouw krijgt een nieuw leven. De materialen worden hergebruikt of krijgen een nieuwe, duurzame bestemming op een zo hoogwaardig mogelijk niveau. Liever hergebruik dan recyclen.
“Duurzaamheid is een van de kernredenen om vastgoed in de bestaande toestand te houden of vernieuwen,” stelt Sjoerd Pronk, directeur van Van Wijnen, locatie Amsterdam. “Voor de eigenaar of de ontwikkelaar van een gebouw is het vaak intenser, complexer dan de keuze voor sloop en nieuwbouw. Je zit met iemand aan tafel die het gebouw erg goed kent, soms zelf als zijn ‘kind’ beschouwt. Samen maak je scenario’s en ga je op zoek naar de beste keus voor hergebruik van materialen en bouwdelen. Wij vinden dat een leuk en intensief traject, waarbij samenwerking en overleg zeer belangrijk is.
Lianne Quax is Specialist Circulariteit bij Van Wijnen, op de afdeling Research in Heerenveen. “Daar hebben we de ruimte om materialen te testen in ons eigen lab.” Een van de uitgangspunten is de vraag ‘waarom gooien we zoveel weg?’. “Als je thuis gaat verbouwen, wil je vooral de bestaande materialen gebruiken en opknappen. Maar als de projecten groter worden, wordt het een logistieke uitdaging. Dat vind ik een leuke opdracht, om me daarin vast te bijten. Wat is er mogelijk? Hoe kom je tot de beste oplossing? Van Wijnen wil verder kijken, niet blijven doen wat er altijd al werd gedaan. De ambitie van Van Wijnen is om in 2025 afvalvrij te werken. Je materialen blijven benutten op een zo hoogwaardig mogelijk niveau. Recycling is onze ondergrens.”
Dat proces begint bij renovatie en transformatie. Onderdelen worden één-op-één opnieuw ingezet in het pand of aangeboden in de markt. Quax: “Als dat niet lukt, kunt je de afvalstromen los aanbieden voor recycling.” Pronk vult aan: “Het is een samenspel, ook met de eigenaar van het gebouw. Aan de voorkant onderzoeken we al of er een betere oplossing is dan slopen en afvoeren.” Het vraagt om een andere benadering. “Je kunt niet halverwege het ontwerp alsnog een stapje terugdoen. Je moet vooraf bedenken wat bij hergebruik mogelijk is, en of dat past bij het toekomstige gebruik van het gebouw, de investering en de levensduur.”
Als voorbeeld noemt Pronk de transformatie van het Zandkasteel, het iconische oud-hoofdkantoor van ING Bank tot een schoolgebouw. “Aan de voorkant zaten we al vroeg aan tafel met de klant, die onze expertise op het gebied van duurzaamheid en circulariteit optimaal wilde benutten.” Daar komt bij dat het gebouw de monumentenstatus heeft. “Het is een van de weinige monumenten waarvan de architect nog leeft. Het gebouw was toen het werd ontworpen één van de meest duurzame gebouwen van de wereld. De architect is echt betrokken. Hij staat er op dezelfde manier in.”
“Bij een eerste beoordeling maken we een analyse en bekijken we welke materialen passen in het gebouw, en welke niet,” vertelt Pronk. Een scenario A, B en C, vult Quax aan. “We proberen materialen te behouden. Als dat niet lukt, welke partijen hebben dan interesse? En zo steeds een stapje verder.” Daarbij werken we met gelijkgestemden, die we onder andere vinden via het netwerk Cirkelstad. Het gebouw kunnen we na een verbouwing opleveren met een materialenpaspoort. “Daarmee wordt voorgesorteerd op de toekomst. Nu moeten we handmatig materialen inventariseren. Straks hebben we de inventarislijst al eerder in handen.”
Van Wijnen heeft een eigen woonproduct, Fijn Wonen. “Daarbij kunnen we elk materiaal tegen het licht houden, zodat je producten toepast die duurzaam zijn, waarvan we weten dat de producent ze aan het einde terugneemt in zijn productieproces. Dezelfde thematiek zie je in de maatwerk-projecten, zoals het Zandkasteel,” vertelt Quax. “We zijn gericht op een concrete oplossing.” Pronk vult aan: “We denken bij transformaties in uitvoerbare scenario’s die passen bij de ambities van de klant.”
Er zijn veel gebouwen met een slechte bezettingsgraad of incourant gebruik en er is vraag naar diverse andere bestemmingen, constateert Pronk. “In de Randstad zien we dat er bijvoorbeeld veel behoefte is aan zorghuisvesting en betaalbaar wonen voor starters.” Aan de rand van de Amsterdamse Jordaan heeft Van Wijnen voor woningcorporatie De Key een bedrijfsverzamel-gebouw getransformeerd tot 168 woningen voor jong volwassenen met een commerciële plint op straatniveau. “Het is een gebouw dat op de nominatie stond voor sloop, maar op een ideale locatie qua wonen. De Key zet onder andere hoog in op huisvesting voor starters op de woningmarkt.”
Vanaf 2030 moeten kantoorgebouwen voldoen aan energielabel A, komend jaar is energielabel C verplicht, vertelt Quax. “Voor A zul je een grotere stap moeten zetten. Daar kun je maar beter op voorsorteren, ook vanwege de strenge MPG-score (milieuprestatie) die vanaf 2030 gaat gelden. Transformeren zonder duurzaamheidsdoelstellingen is geen langdurige oplossing.” Wat soms belemmerend werkt, is de regelgeving. “Het is continue kijken wat het effect is van materiaalkeuzes. Snijden we onszelf dan volgens de ene regelgeving in de vingers en doen we het op ander vlak goed? Met onze Research afdeling sorteren we voor op de toekomst. We voeren met de opdrachtgever het gesprek. ‘Wat is je doel?’ ‘Waarom doe je het?’ De regelgeving rolt erachteraan.”
Neem contact op Met Sjoerd Pronk.
11 december 2024
Duurzaamheid en innovatie komen samen Nefit Bosch en Van Wijnen hebben de krachten gebundeld om de verduurzaming van de gebouwde…
Lees verder10 december 2024
Een mooie mijlpaal voor Van Wijnen Arnhem: het nieuwe gemeentehuis Rheden is officieel opgeleverd. In november vond de feestelijke sleuteloverdracht…
Lees verder9 december 2024
Onze collega’s van Van Wijnen Groningen hebben eind november jongeren van 12 tot 15 jaar kennis laten maken met het…
Lees verder